bij de tegenstander spelend.
op het veld of in de sporthal van de tegenstander spelend; een uitwedstrijd spelend.
Vrijwel altijd in combinatie met een zelfstandig naamwoord of een eigennaam.
Voorbeelden:
Het oeverloze balbezit leidde in de diverse Europa-Cupduels tot een handjevol kansen. Het was een herhaling van zetten voor de voetbalminnende televisiekijker. Een gelijkspel bevestigt het gelijk van de uitspelende trainer. Een nederlaag resulteert in excuses of beloofde beterschap.
NRC, 1993
Amstelveen 5 liet de moed echter niet zakken en dit zorgde er binnen enkele minuten weer voor dat één van de uitspelende voetballers de bal wederom achter keeper Keessen in het Aalsmeerse doel kreeg.
http://www.trotsvanaalsmeer.nl/Wedstrijdverslagen_bestanden/seizoen_20082009.htm, 18 oktober 2008
Feyenoord is uitspelend sterker dan dat ze thuis spelen.
http://ajax.netwerk.to/forums/HTML/forum20/1603-54.php, 14 april 2010
Utrecht is altijd lastig, zeker als je ziet dat ze in eigen stadion veel beter zijn dan FC Twente. Toch denk ik dat Roda thuis ook een goede ploeg is, en Utrecht is uitspelend niet top.
http://81.173.100.40/doc.asp?uid=95512, 22 januari 2010