iemand die trainer en speler is.
iemand die niet alleen een sportploeg traint, maar ook als speler uitkomt voor die ploeg; iemand die zowel trainer als speler is van een sportploeg; trainer die ook in zijn sportploeg speelt.
Voorbeelden:
Verbijsterd, verontwaardigd en ontzet heeft de 35-jarige Nederlandse ex-international Ruud Gullit vanmorgen gereageerd op zijn plotselinge ontslag als trainer-speler van de Engelse topclub Chelsea.
http://www.nrc.nl/handelsblad/van/1998/februari/13/gullit-na-ontslag-verontwaardigd-en-ontzet-7387296, 13 februari 1998
Voor de eerste keer sinds de bekertriomf in 1970 bereikte Chelsea de halve eindstrijd. De ploeg van trainer-speler Hoddle speelt op 10 april tegen de winnaar van het duel West Ham-Luton, dat maandag wordt afgewerkt.
Meppeler Courant, 1994
Thuis tegen Anderlecht en tegen Tilleur werd gewonnen met 1-0 dank zij telkens het doelpunt van Ward Van Damme. Tot 1957 bleef hij voor Berchem spelen dan ging hij naar Jambes en later naar Heist-op-de-Berg. Daar werd hij nadien ook trainer-speler.
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20150810_01812957, 10 augustus 2015
Dagblad De Telegraaf meldde afgelopen zaterdag dat Jan-Willem G. bijna twee decennia geleden voor de eerste keer in opspraak kwam wegens ontucht. Na een toernooi in 1995 zou de trainer-speler in een douche een 20-jarige andere hockeyer hebben besprongen.
http://www.ijmuidercourant.nl/regionaal/ijmond/article27216045.ece, 4 november 2014
Het afscheid van trainer-speler Gerrit Keeler betekende het einde van de successen van de Glanerbrugse korfbalclub in de eerste jaren.
http://www.onsclubje.nl/history.html
Trainer wilde Wilkes na zijn actieve loopbaan niet worden. Hij hield, zegt hij, van zijn vrijheid. Eén keer was hij actief als trainer, bij Levante. Hij maakte daar het seizoen als trainer-speler af.
NRC, 1993