veer van een struisvogel.
veelal witte, zwarte of bruine veer van een struisvogel, die om haar sierlijk wuivende, enigszins pluizige uiteinde onder meer gebruikt wordt als versiering op feestelijke damesjurken, dameshoeden en voor boa's.
Voorbeelden:
Hij hees zich op aan het bureau en ging zitten. Zijn billen werden gestreeld door het struisvogelleer met de geruststellende, na al die jaren nog duidelijk voelbare hobbeltjes waar de struisvogelveren hadden gezeten.
Tom Lanoye, Het goddelijke monster, 1997
Cocktailjurken afgezet met struisvogelveren en voor de avond lange zijden rokken met zwart-witte bustiers rijk geborduurd met gitten konden zo te zien de goedkeuring wegdragen van Rosalie Delon, de vrouw van de Franse acteur, Gretta Duisenberg en Sandra Reemer op de eerste rij van de gouden stoeltjes.
De Telegraaf, 2002
Onder het aanplakbiljet liggen foldertjes waarin de hotels hun eveneens goedkope kamers adverteren tussen foto's van in struisvogelveren geklede zeer mooie vrouwen en gezonde heren van middelbare leeftijd die geld krijgen toegeschoven door tandenblikkerende croupiers.
Janwillem van de Wetering, De doosjesvuller en andere vondsten, 1984