Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

stormmeeuw

betekenis & definitie

kleine zeemeeuw.

meeuw met een witte kop, staart en onderzijde, een zilvergrijze rug en bovenzijde van de vleugels, een witte vlek in de zwarte punt van de vleugel, geelgroene poten en een groenachtige snavel, die meestal in kustgebied leeft en 's winters ook wel meer landinwaarts in weilanden.

Voorbeelden:
De stormmeeuw is een middelgrote meeuw met erg lange vleugels die vooral in de winter in weilanden zeer talrijk is, maar ook in de stad voorkomt. De stormmeeuw broedt vaak in kolonies. Hij komt vooral in de kustprovincies voor.
https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/stormmeeuw

De Stormmeeuw is een weinig opvallende meeuwensoort, die toch algemeen voorkomt. Hij heeft een – naar meeuwenbegrippen – fijne, dunne snavel. De vogel broedt in Nederland, maar is ook als wintergast vrij veel aanwezig. In parken zie je de Stormmeeuw nog wel eens 'trappelen' op het gras. Wormen denken dat er een mol aankomt en vluchten naar boven. En dat hadden ze beter niet kunnen doen.
http://www.welkevogelisdit.nl/stormmeeuw

Stormmeeuwen zijn kleiner dan zilvermeeuwen. Doordat ze zwarte kraaloogjes hebben, zien ze er daarnaast een stuk vriendelijker uit. Toch hebben ze dezelfde meeuwenstreken als andere meeuwensoorten. Ze krijsen net zo schel en eten net zo gevarieerd; van dode tot levende dieren en van vogeleieren tot wortels, zaden en bessen.
http://www.waddenzeeschool.nl/uploads/encyclopediedata/content-waddenbieb.php?id=4052&language=0

< >