Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

Steenwijkse

betekenis & definitie

vrouw uit Steenwijk.

vrouw die afkomstig is uit Steenwijk; inwoonster van Steenwijk.

Voorbeelden:
Bekende namen uit de schaatswereld als de Steenwijkse Stien Baas-Kaiser, Atje Keulen-Deelstra, 'Dolle Dries' van Wijhe en Hilbert van der Duim lieten zich zaterdag van hun beste kant zien in een sponsortocht in de buurt van Giethoorn.
Meppeler Courant, 1996

De Steenwijker politie heeft geen nieuwe informatie over het motief voor de moord op een 29-jarige Steenwijkse vorige week.
Meppeler Courant, 1993

De Steenwijkse mocht na verhoor weer naar huis, zij het wel met een proces-verbaal op zak.
Meppeler Courant, 1994

De man werd door een Steenwijkse gevonden bij een duiker in het park, nabij de zuiveringsinstallatie en de Kanaalstraat.
Meppeler Courant, 1995

Steenwijkse Elly Petter mag dan een punt hebben gezet achter haar werk voor Polen '82, wel is ze betrokken gebleven bij de groep thuisbreisters.
Meppeler Courant, 1996

'De thuiszorg kan met de te beperkte middelen ook niet aan de toenemende vraag voldoen', zo constateert de Steenwijkse.
Meppeler Courant, 1996

< >