Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

stede

betekenis & definitie

stad.

stad.

Voorbeelden:
In de verhalen over belegerd Oostende in 1601 doet een merkwaardig geval de ronde. Sir Francis Vere, aanvoerder van de Engelse troepen, die met de Hollanders de stad verdedigen, wordt verliefd op een jonge vrouw uit de ingesloten stede en ze wordt zijn minnares.
K. Jonckheere, Verbannen in het vaderland, 1978

Ik wist alles wat in onze goede stede gebeurde. Ik weet het nog. Ook de intiemste gebeurtenissen die binnenskamers plaats vonden en vinden.
J. van Nijen, IKS (vampierenmanieren), 1983

In de jaren tachtig had peetvader André Cools zich teruggetrokken uit Brussel om vanachter de schermen, vanuit het Luikse voorstadje Flémalle, de Parti Socialiste te blijven domineren […]. André Cools was een fervent voorstander van de hernieuwde regeringsdeelname […]. De PS-federaties van Charleroi en Luik stemden in 1988 – tevergeefs - tegen de regeringsdeelname. Tot grote woede van Cools, die moest vaststellen dat de controle over de vurige stede hem was ontsnapt. Voordien oefende hij die controle uit vanuit de voorsteden: zijn eigen Flémalle, het Grâce-Hollogne van Alain Van der Biest of het Seraing van Guy Mathot. Luik-centrum was evenwel het terrein van Dehousse geworden.
De Standaard, 1996

< >