Het begrip sprankelen heeft 4 verschillende betekenissen:
1) schitteren.
in een snelle wisseling vanuit verschillende plaatsen helder licht afstralen; schitteren; fonkelen.
2) wemelen van.
wemelen van zaken die her en der verspreid voorkomen of oplichten.
3) uitblinken.
levendigheid uitstralen, of stralen, schitteren in de zin van uitblinken door uitmuntendheid; schitteren; stralen; uitblinken.
4) levendig zijn.
levendig zijn; bruisen.