Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

selfservice

betekenis & definitie

zelfbediening.

zelfbediening.

Voorbeelden:
Voor de rest bleven wij in het pashokje op onze sokken en zonder broek staan, zonder ook maar op enige hulp te moeten rekenen van onvindbare verkopers [...]. De kwaliteiten van service en vriendelijkheid zijn ook bij ons ver zoek door de machtsontplooiing van de alomtegenwoordige selfservice.
De Standaard, 1997

Op de tafels staan overal etagières met restanten van copieuze teas. Ik kan de verleiding bijna niet weerstaan, maar houd het bij een zelf aangeschaft stuk citroentaart. Héérlijk. Wel een minpuntje van de Meijetuin is het theezakje en de counter met selfservice.
NRC, 2001

< >