Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

seizoentijd

betekenis & definitie

gemeten tijdsduur op een wedstrijd van zeker seizoen.

gemeten hoeveelheid tijd waarin een sporter zijn traject heeft afgelegd op een wedstrijd van een bepaald seizoen.

Voorbeelden:
Sighel is een typische indoorrijder, maar zijn seizoentijden geven geen enkele aanleiding tot paniek.
NRC, 1995

< >