Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

rugbyspeler

betekenis & definitie

iemand die rugby speelt.

iemand die - al dan niet voor zijn beroep - rugby speelt.

Voorbeelden:
In de echte wereld begonnen frêle secretaressen eruit te zien als rugbyspelers door de epauletten in hun Krystle Carrington-jasjes.
Paul Mennes, Poes poes poes, 2001

Ryans vader Danny Wilson was een rugbyspeler en transfereerde twaalf jaar geleden naar Swinton, nabij Manchester.
De Standaard, 1997

Dan volgt een typisch wolven-ritueel, vergelijkbaar met rugbyspelers. Ze dringen zich op elkaar, neus tegen neus, met een opgewonden, kwispelende staart. Ze wachten enkele seconden, om dan de opmars te maken richting prooi.
http://www.pretparken.be/NL/info/zoo/dieren/wolf.asp, 2002

Een andere risicogroep vormen contactsporters zoals rugbyspelers en worstelaars.
NOS Nieuws, 2003

< >