Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

roos

betekenis & definitie

Het begrip roos heeft 7 verschillende betekenissen:

1) plant uit de rozenfamilie.
bloeiende plant uit het geslacht Rosa, met een bloem die al sinds mensenheugenis geliefd is om haar schoonheid en een stengel met doornen.
De meest typische bloemkleur is rood, maar de roos komt voor in vele kleurvariëteiten. Ook als naam voor het hele geslacht Rosa.

2) bloem van een roos.
bloem van een roos uit het geslacht Rosa; bloem van een roos.

3) op een roos lijkende plant.
min of meer op een roos lijkende plant of bloem.
Alleen in verbindingen en samenstellingen met roos.

4) middelpunt van een schietschijf.
ronde plek in het midden van een schietschijf, bijvoorbeeld bij het boogschieten, het dartsspel of in een schietkraam, die het hoogste aantal punten oplevert als ze geraakt wordt.

5) blos.
rode kleur, met name op de wangen; blos.

6) rode huiduitslag.
Alleen in samenstellingen als wondroos, netelroos en gordelroos.


7) hoofdroos.
vorm van eczeem op het hoofd waarbij de hoofdhuid witte schilfers loslaat; hoofdroos; pityriasis capitis.

< >