ruisvoorn.
zoetwatervis met rode vinnen en lichte, gele ogen uit de orde der karperachtigen; roodvoorn; ruis; ruisvoorn.
Voorbeelden:
Vier kokmeeuwen jagen een kraai na met een rietvoorn in de bek.
De Standaard, 1996
Tegen de zin van vele natuurliefhebbers broedde hier ook de Knobbelzwaan. Snoek, Zeelt en Rietvoorn bevolken het water.
http://www.zwvlkoepel.be/klimop2003-1.htm
Ik kwam door een parkje en zag hoe een grote rietvoorn door een onhandig jongetje de kant op werd gesleept aan een rode sliert die uit de vis zijn bek hing, waarschijnlijk dus zijn ingewanden.
Tom Pauka, De meidenziekte, 1983