Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

reislustige

betekenis & definitie

iemand met reislust.

iemand met reislust; iemand die reislust heeft; iemand die graag reist.

Voorbeelden:
De vakantiebeurs in Utrecht heeft dit jaar gespreid over zes dagen 160.473 bezoekers getrokken [...]. Ongeveer evenveel reislustigen kwamen vorig jaar naar het Jaarbeurscomplex voor het evenement.
Reformatorisch Dagblad, 2002

Voor reislustigen die inlichtingen (ervaringen) willen bekomen, hier mijn adres: [...].
De Standaard, 1997

Het "witte continent"' zoals men de zuidelijke ijskap van onze planeet noemt, zit bij reislustigen volop in de lift.
De Standaard, 1996

De reislustigen krijgen eerst een koud buffet en een drankje aangeboden, alvorens ze vertrekken naar Londen.
Meppeler Courant, 1995

< >