Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

proosten

betekenis & definitie

toosten, toedrinken.

het glas heffen en daarbij een heilwens uitspreken voor iemand, op elkaar of naar aanleiding van zekere gelegenheid; een toost uitbrengen.

Voorbeelden:
Dan verschijnt er een glimlachje rond Marco's mond. Hij was van plan geweest om ze even alleen te laten, maar hij begrijpt dat ze hem erbij willen hebben. Dat doet hem goed. Hij gaat naast Fleur zitten en schenkt de koffie in, voor de dames in de mokken en voor zichzelf in de dop. Ze proosten. 'Op Fleurs eindexamen,' zegt Sophie.
Simone Duwel, Westenwind, 2001

Ook Tom was in de lach geschoten. De oudere mannen vielen hen bij en deelden, met tranen op hun wangen, Tupperware-bekertjes uit waarin het jongetje de zoete drank mocht gieten. Er werd geproost en Tom en Lilly hadden hun bekertjes hoog de lucht in geheven [...]. Ze had een slokje genomen van de gele wijn die verraderlijk honingachtig smaakte, maar achterin je keel tot ontbranding kwam alsof je amandelen werden geflambeerd.
Désanne van Brederode, Mensen met een hobby, 2001

< >