Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

praktijkdocent

betekenis & definitie

leerkracht praktijkonderwijs.

iemand die of man die voor zijn beroep een praktijkvak in een school onderwijst of die binnen een vak de praktische lessen geeft in tegenstelling tot de theoretische aspecten ervan.

Voorbeelden:
Praktijkdocenten zijn bevoegd om les te geven in een praktijkvak. Op de RAS zijn praktijkdocenten voor handvaardigheid en techniek, koken & keuken, consumptieve technieken, persoonlijke verzorging, textiele werkvormen, beeldende vorming, tuinbouwkunde en lichamelijke opvoeding.
http://www.raspro.nl/publicaties/schoolgids%200910.pdf, 2009

Praktijkdocent Bedrijfsschool [...]. In deze functie leid je VMBO-schoolverlaters en anderen op door het aanleren van technische vaardigheden en algemene normen en waarden, op een niveau dat aansluit op de praktijk van onze opdrachtgever. Er wordt onderscheid gemaakt tussen 2 vakgebieden; Booglassen en Scheepsmetaalbewerken. De Praktijkdocent is op beide vakgebieden actief.
http://www.bestevaerwens.nl/vacatures/vacature-praktijkdocent-bedrijfsschool-rotterdam-260643-11.html, 2010

Theorie blijkt meer vruchten af te werpen wanneer de theoriedocent, bij voorkeur in samenspraak met de praktijkdocent, zoekt naar manieren waarop de theorie direct aansluit bij het praktijkonderwijs. Er is dan geen sprake meer van een optelsom, maar van een wederzijdse beïnvloeding ofwel een reflexief proces.
http://www.hku.nl/web/OverDeHKU/Publicaties/ArchiefPublicaties/DeReflexieveZone-OnderzoekNaarTheorieInPraktijk.htm

Ga na iedere praktijkles in een gesprek met de praktijkdocent(e) na: wat goed ging in deze les, en waarom, en waarom de docent deed wat hij/zij deed, en waarom op die manier.
http://www.bureau-extern.nl/eenbeeldvanhetpraktijdonderwijs1.html

< >