Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

pochet

betekenis & definitie

fijn zakdoekje.

fijn zakdoekje in de borstzak van een herenjasje.

Voorbeelden:
Vermeer, de accountant, in zijn afschuwelijke krijtstreepkostuum met die schreeuwerig gestippelde pochet in zijn borstzak, drukte op de toetsen van zijn onafscheidelijke calculator.
F. Springer, Quissama, 1985

A 6 vervult een unieke rol [...]. Hij heeft géén pet op, hij zit, midden in de voorste rij, hij is in rij A de enige die niet wit is [...]. Verder heeft A 6 een hoed op een witte pochet en een wit domineesvierkantje onder de kin.
Piet Grijs, ...honderd. Ik kom, 1982

< >