Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

plaaster

betekenis & definitie

Het begrip plaaster heeft 3 verschillende betekenissen:

1) gips.
met water aangelengde brei van gips, die snel droogt en hard wordt en onder meer gebruikt wordt om er beelden van te gieten; gips.

2) pleisterkalk.
brijachtig kalkmengsel dat snel droogt en hard wordt en dat gebruikt wordt om er muren, plafonds, wanden e.d. mee te besmeren; pleister; pleisterkalk; stuc.

3) hechtpleister.
stukje stof dat met een kleefmiddel bestreken is en dat bestemd is om op of over een wond bevestigd te worden; pleister; hechtpleister.
Vooral in figuurlijk gebruik in enige verbindingen.

< >