Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

pied-à-terre

betekenis & definitie

optrekje.

optrekje dat iemand heeft naast zijn eigen huis om daar af en toe te verblijven, als dat handig is voor bv. werk of studie of in vakanties, meestal in een andere plaats dan waar hij woont.

Voorbeelden:
Hij woonde in een zijstraat van de Spiegelgracht, in een zeventiende-eeuws pandje dat zijn ouders voor hem hadden gekocht toen hij nog studeerde; de bovenverdieping was hun pied-à-terre.
Oek de Jong, Hokwerda's kind, 2002

< >