Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

peuter

betekenis & definitie

kind tussen een en vier jaar oud.

kind tussen een en vier jaar oud.

Voorbeelden:
Na de geboorte van je eerste, ben je plots moeder of vader en moet je allerlei taken gaan kombineren. Er komen misschien nog kinderen, de baby wordt peuter, kleuter, schoolkind, puber. Elk kind is verschillend, elke leeftijd stelt de ouders voor nieuwe uitdagingen.
De Standaard, 1995

Rond de 36 maanden zou een peuter rekening kunnen houden met en zich inleven in de plannen van de verzorger. De fysieke nabijheid van de verzorger is vanaf dat moment niet meer voortdurend vereist.
http://www.efa.nl/opleidingen/pabo/ontwpsy.doc

'Peuters zijn nieuwsgierig, leergierig. Niks mooiers dan die nieuwsgierigheid te prikkelen. Dingen wakker maken die anders blijven liggen.'
Meppeler Courant, 1995

Er zijn vier cursussen voor kinderen van vier verschillende leeftijdsgroepen: voor baby's tussen 4 en 6 maanden, voor peuters van 14 tot 20 maanden, voor peuters van 2 tot 3 jaar en van 3 tot 4 jaar. Het is mogelijk om bij elke van deze vier leeftijdsgroepen te beginnen. Baby's en peuters genieten van muziek, vrijwel iedereen zingt wel eens een wiegeliedje voor de baby.
http://www.muziekschool.net/

Als ik op een gegeven moment weer rechtop ga zitten, kijk ik recht in het verbaasde gezicht van een vader die over het paadje achter de parkeerplaats komt aanlopen. Met een peuter in een buggy natuurlijk.
Ewoud Sanders, Nooit meer uitslapen: kleine kroniek van het moderne gezinsleven, 2001

< >