Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

pantser

betekenis & definitie

Het begrip pantser heeft 6 verschillende betekenissen:

1) deel van een wapenrusting.
deel van een wapenuitrusting, meestal van staal, om de romp en soms ook andere delen van het lichaam te beschermen tegen aanvallen en verwondingen.

2) deel van een gevechtsvoertuig.
deel van een gevechtsvoertuig of gevechtsvaartuig, dat meestal bestaat uit ijzeren of stalen bekleding die dient om het voertuig te versterken of vanbuiten ondoordringbaar te maken.

3) pantserwagen.
gepantserd militair voertuig op wielen, meestal uitgerust met een mitrailleur en lichte kanonnen, dat in het leger vooral gebruikt wordt bij licht ondersteunende acties, zoals voor verkenning en bij vervoer van infanterie, maar niet bij zware gevechtsacties, en dat vooral beschermt tegen handvuurwapenvuur en scherfwerking van granaten; gepantserd militair voertuig; pantservoertuig; pantserwagen.

4) beschermende bedekking.
beschermende bedekking van iets of om iets heen, meestal aangebracht om iets te beschermen of te beveiligen.
Vooral gebruikt in samenstellingen.

5) onaantastbare houding.
houding die iemand aanneemt of instelling die iemand heeft om zichzelf te beschermen of onaantastbaar of onkwetsbaar te maken; iets wat iemand als het ware omgeeft en beschermt.

6) beschermende huidbekleding bij dieren.
harde huidbekleding bij dieren, bijvoorbeeld bij insecten, reptielen en vissen, meestal om de romp om de vitale organen te beschermen.

< >