Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

oplichter

betekenis & definitie

iemand die oplicht.

iemand die mensen oplicht.

Voorbeelden:
Men bedenke bijvoorbeeld, dat één enkele oplichter in een elektronische omgeving zonder moeite op zo'n grote schaal kan opereren, dat het elektronisch handelsverkeer kan worden ontwricht.
http://www.minjust.nl/sdu/index.htm, 12 februari 1998

'We hebben het kunnen regelen dat je bij Menzo aan de slag kunt.' 'Bij Menzo?' roept de schrijver verontwaardigd. 'Bij Menzo, waar zelfs dat stuk crapuul van een Van Rossem welkom is, die oplichter die arme mensen miljarden heeft afgetroggeld?'
Jean Pierre Van Rossem, De maquette: verslag, 2002

< >