kidnapper.
iemand die iemand ontvoert; kidnapper.
Voorbeelden:
Een Canadees meisje van veertien jaar is gisteren in Paramaribo door haar ontvoerders vrijgelaten nadat een losgeld van meer dan 10.000 dollar was betaald.
NRC, 1995
Van meetaf aan dreigden de ontvoerders dat ze hun gijzelaar dadelijk zouden vermoorden zodra de media over de zaak zouden reppen.
De Standaard, 1996
De ontvoerders duwden hem in een auto en reden weg.
De Standaard, 1996