Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

onbevoegdheid

betekenis & definitie

het onbevoegd zijn.

het onbevoegdheid zijn; het niet bevoegd zijn tot iets; het niet hebben van de bevoegdheid om iets te doen.

Voorbeelden:
Het gezamenlijk gezag eindigt: als het kind meerderjarig wordt [...]; indien een ouder of de niet-ouder onbevoegd is geworden tot het gezag, bijvoorbeeld door ondercuratelestelling. De andere ouder of de niet-ouder oefent gedurende de onbevoegdheid alleen het gezag uit; door uitspraak van de rechter op verzoek van de ouder en/of de niet-ouder.
http://www.notarislelystad.nl/

Topscholen in Nederland hebben veel hoogopgeleide docenten in dienst en geen onbevoegden voor de klas. Ze geven iedere scholier de aandacht die hij verdient. Nederland kan dus een toppositie heroveren door te investeren in hoogopgeleide docenten, geld rechtstreeks in de klas te steken en een aanval op de onbevoegdheid in de volle breedte in gang te zetten.
http://www.nationaleonderwijsgids.nl/anp/index.php?item_id=306&anp_id=3174, 7 december 2010

< >