afwijkend van het typisch Belgische.
afwijkend van wat doorgaans, al dan niet terecht, als typerend voor België of de Belgen wordt gehouden; niet in overeenstemming met een typisch Belgische eigenschap of toestand.
Voorbeelden:
Terwijl in de aanloop naar het wereldkampioenschap komend weekeinde in het Belgische Zolder de grootheidswaanzin bij onze zuiderburen on-Belgische vormen had aangenomen, zette de aanvoerder van de Nederlandse equipe hen weer met beide benen op de met modder besmeurde grond.
De Telegraaf, 2002
Directeur Wustenberghs wist het een paar weken geleden met on-Belgisch zelfvertrouwen te zeggen tegen het Eindhovens Dagblad. Ook Nederlanders, met name uit het grensgebied, zullen voor hun uitvaart gaan kiezen voor zijn nagelnieuwe crematorium in Lommel met de opmerkelijke naam Stuifduin.
https://www.amweb.nl/financiele-planning/nieuws/2018/04/uitvaartverzekering-dekt-laatste-reis-naar-belgie-maar-meerkosten-betaal-je-zelf-101110249?vakmedianet-approve-cookies=1&_ga=2.107972549.694627394.1569831738-454641963.1565965108, 23 april 2018
Zijn de politieke benoemingen een uiting van belgitude, van de onweerstaanbare drang om alles te regelen in kleine bureautjes zonder veel oog voor het grotere geheel, het knutselwerk? Want als dat zo is, krijgt de Witte Mars met de zovele honderdduizenden een wel erg speciale betekenis. Het ging enerzijds tegen het strenge, "on-Belgische" arrest van het Hof van Cassatie. Maar het was vooral de roep naar een onafhankelijk gerecht, tegen het "regelen", tegen de vele grijze zones, tegen de tussenoplossingen, tegen het toedekken.
De Standaard, 1996