zeer dom.
buitengewoon dom; uiterst dom; zeer dom; van een totaal gebrek aan slimheid getuigend.
Voorbeelden:
Oliedomme duo's zijn in revuetheater en film niet van vandaag of gisteren. Onder meer Watt & Halfwatt, Abbott & Costello, Snip & Snap, Lewis & Martin en natuurlijk Laurel & Hardy [...] gingen Jim Carrey en Jeff Daniels voor.
NRC, 1995
Wat denken jelui b.v. van de krakers? Onzes inziens ligt de oorzaak van deze betreurenswaardige ontwikkeling in het laffe en brave en oliedomme en gemakzuchtige en fantasieloze beleid dat zowel liberalen als socialen en gristendemocraten sedert den oorlog wat betreft de huisvesting (en wat niet al meer) hebben gevoerd, maar wij staan open voor iedere intelligente andere kijk op deze droevige zaak.
J.J. Voskuil, Requiem voor een vriend, 2002
Dat een lijk wordt gevonden in een brandkast, dat Holmes het leven van Watson redt door een slome jaguar weg te lokken met een karbonade, dat hij een paar verveelde aanwijzingen geeft aan de oliedomme politiechef als de diamant waar het allemaal om gaat, is gestolen; ach, wie kan het eigenlijk wat schelen?
NRC, 1994
Bij Lorrain zien we de [...] identificatie met de high society, én het verlangen naar verzet: ik zou een slager willen zijn, vet, met brede schouders, gezond en krachtig naar lichaam en ziel, werkelijk oliedom, in alle bedden aan te treffen, en de vriend van een kokkin.
Gerrit Komrij, Averechts, 1980
'Sandfort's vertaling van Voyage au bout de la nuit [...] kreeg ik pas vele jaren later in handen, toen ik het uit een bibliotheek opvroeg om eens na te kijken wat de oliedomme opschepper J. B. Charles er toch wel in gelezen mocht hebben.'
W.F. Hermans, Ik draag geen helm met vederbos, 1979
Wat ik wil, kortom, is een oliedomme pc die precies doet wat ik vraag.
De Standaard, 2002