slechte dag.
(Engels) slechte dag; dag waarop alles tegenzit; dag waarop niets lukt; vaak in het bijzonder toegepast op sporters of sportploegen die plotseling niet presteren, die ineens uit vorm zijn.
Voorbeelden:
Na twintig wedstrijden heeft Ajax weer eens een nederlaag geleden: 1-0 bij FC Twente. In Enschede imponeerden de Amsterdammers niet, maar trainer Peter Bosz wil niets weten van een 'offday'. "Een offday vind ik een te groot woord. Een offday is als je er niks van bakt", vertelt Bosz aan Ajax TV. "Het is natuurlijk een grote teleurstelling, maar als je die wedstrijd gezien hebt, dan was die nederlaag onnodig. Ik denk dat wij de bovenliggende partij waren."
http://www.soccernews.nl/news/376248/bosz-nuanceert-nederlaag-een-offday-is-als-je-er-niks-van-bakt, 12 december 2016
Peter Sagan heeft geen verklaring voor zijn tegenvallende zestiende plaats in de Ronde van Vlaanderen. De renner van Cannondale bleef in de finale het antwoord schuldig op een versnelling van de latere winnaar Fabian Cancellara. "Misschien was het gewoon een offday. Ik weet zeker dat ik had kunnen winnen als de wedstrijd een dag eerder was verreden", vertelt Sagan aan Cyclingnews.
https://www.nu.nl/wielrennen/3745593/sagan-misschien-was-gewoon-offday.html, 7 april 2014
Frank de Boer wond er na afloop van Ajax – Fenerbahçe geen doekjes om. De coach was teleurgesteld over het optreden van de Ajacieden. "Dit was in balbezit een offday", vertelde De Boer op de persconferentie. "We zijn geen moment in de wedstrijd in ons spel gekomen. Uiteindelijk mogen we blij zijn dat het 0-0 is gebleven."
http://www.ajax.nl/streams/actueel/de-boer-in-balbezit-een-offday.htm, 5 november 2015
