Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

nijdigaard

betekenis & definitie

nijdas.

iemand die nijdig is; iemand die vaak nijdig is; nijdas.

Voorbeelden:
Daantje kan zich recht trekken. Hij ziet nog geen gevaar (Guust ook nog niet) en dus trekt hij zich ook recht aan minder stabiele voorwerpen. Met alle gevolgen van dien. Het is een zeer nieuwsgierige jongen. Een deur of kast die open staat trekt dan ook meteen zijn aandacht [...]. Hij is ook wel een beetje 'nijdigaard': hij kan nijdig/boos reageren als je hem iets verbiedt. Maar bovenal is hij een lieve en vrolijke jongen, hoor.
http://www.bloggen.be/inblijdeverwachting/, 26 maart 2014

Alle kollega's, ook de oud-strijders, zijn terug, kijken elkaar zonder veel schuwheid de al of niet Duitsgezinde kat uit de boom. Er zitten geen nijdigaards onder ons.
Karel Jonckheere, Verbannen in het vaderland, 1978

< >