donkergrijze makreelhaai.
donkergrijze makreelhaai met een spitse en kegelvormige snuit, die afzonderlijk of in scholen leeft en die voorkomt in de noordelijke Atlantische oceaan en alle oceanen op het zuidelijk halfrond tussen 30 en 50 graden zuiderbreedte; haringhaai.
Ook van toepassing op de haaifamilie of soort in het algemeen en dan vaak in het meervoud gebruikt.
Voorbeelden:
De haringhaai kan heel hard zwemmen, mede door de 'kielbladen' aan weerszijden van de staartsteel, die door het water klieven. Neushaaien verplaatsen zich over het algemeen in groepen van 20 tot 30 door het water; dicht aan de oppervlakte vergezellen ze scholen haringen, sardines of makrelen, de vissen waarmee ze zich voornamelijk voeden. Ze zijn erg vraatzuchtig en leggen op hun rooftochten grote afstanden af.
http://www.guldennet.nl/flevoland/urk/visserij/vissen/vis008.html
De neushaai heeft machtige tanden. De eerste rugvin is veel groter dan de tweede en steekt vaak boven het water uit. De rand van de rugvinnen en de staartvin is aan de achterkant licht van kleur, evenals de buik, terwijl de rug en de zijkanten blauwzwart tot grijs zijn. Het lijf is in het midden vrij dik, waardoor deze haai een beetje op een tonijn lijkt.
http://www.guldennet.nl/flevoland/urk/visserij/vissen/vis008.html
Haringhaaien zijn zwaargebouwde haaien met een kenmerkende spitse snuit. Ze worden daarom ook wel neushaai genoemd. Haringhaaien eten alle mogelijke soorten vis, van haring en makreel tot en met bodemvissen. Ze nemen ook heel af en toe wel eens een hapje uit een duiker.
http://www.waddenzeeschool.nl/uploads/encyclopediedata/content-waddenbieb.php?template=template-waddenbieb&language=0&online=0&keep_empty_divs=0&title_inside_lead=0&edit=0&id=3858&item=Haringhaai
