Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

luster

betekenis & definitie

hangende luchter.

hangende lamp met verschillende armen die aan het uiteinde zijn voorzien van een kaars of lamp, vaak decoratief van ontwerp en doorgaans van een redelijke tot grote omvang; hangende luchter; kroonluchter.

Voorbeelden:
Goedmoediger is de sterfkamer van een fictieve Oostenrijkse componist die Bijl bedacht voor een Weense galerie [...]: Bijl heeft het allemaal tot in de kleinste bijzonderheden gereconstrueerd, tot en met de juiste inval van het daglicht en de ontbrekende kaarsen in de luster.
De Standaard, 1996

Ze wil ook een nieuwe luster met van die gedraaide bruine armen, genre karrewiel, ook op zijn middeleeuws.
Hugo Claus, Het verdriet van België, 1983

Johannes XXIII had het weliswaar niet zo bedoeld, maar je had nou eenmaal pastoors die al juichend de lusters uit de haak hieven. Zo, daar gaat dat ellendige koperwerk dan!
Jos Ghysen, Zoals zand tussen de vingers, 1984

< >