luieren.
luieren; lui zijn; niets uitvoeren.
Voorbeelden:
De meeste software is ontworpen om een mens te laten werken. Maar er bestaat ook software om computergebruikers aan te zetten tot een pauze. Niet om zomaar wat te luieriken, maar om workaholics te behoeden voor een muisarm.
De Standaard, 2003
Het prototype van de baas. Hij luierikt, beveelt en profiteert. Komedie spelen, plagen en spotten zijn hem niet vreemd.
http://www.amateurtoneel.be/VTA/Fiche%20W/Wit%20Willy%20De%20-%20Banalulu.htm, 1981
Enkele jaren geleden hadden we in onze landelijke buurt te maken met zwerfkatten [...]. Ze ruimden de muizen op (én de vogels, die het gemunt hadden - en hebben - op mijn bessen, druiven en aardbeien). Tussendoor hadden die beestjes niets anders te doen dan te luieriken en de kattenliefde te bedrijven.
http://blog.seniorennet.be/guvaal/archief.php?startdatum=1339365600&stopdatum=1339970400, 17 juni 2012