Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

kruk

betekenis & definitie

Het begrip kruk heeft 6 verschillende betekenissen:

1) zitmeubel.
zitmeubel, meestal met poten en zonder rugleuning of armsteun; stoel zonder leuningen.

2) hulpmiddel bij het lopen.
stok met een handgreep of okselsteun die gebruikt wordt ter ondersteuning bij het lopen.

3) beweegbare deurknop.
beweegbare, vaak ronde deurknop; beweegbare handgreep van een deur.

4) onhandig persoon.
iemand die onhandig is en niet mee kan komen; onhandig persoon; sukkel.

5) handgreep.
dwars staand deel of knop dat dient als handvat; dwars op iets bevestigde handgreep.

6) uitstekend deel aan een as.
uitsteeksel van een as dat met een stang verbonden is en zo de roterende beweging van de as overdraagt op de stang als een op-en-neer gaande beweging of omgekeerd; uitsteeksel van een krukas.

< >