Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

kroezelhaar

betekenis & definitie

kroeshaar.

sterk gekruld, dik haar; kroeshaar.
Vaak meer bepaald in toepassing op het type haar van mensen van negroïde afkomst.

Voorbeelden:
Op min of meer geregelde tijdstippen krijg ik bezoek van een jonge Afrikaan die ergens op de campus van de UCL moet wonen. Meestal tegen de avond belt hij discreet aan. Een erg bedeesd uitziende jonge man met kroezelhaar en lachende oogjes.
http://op-weule.vgc.be/vlam/Vlam_mensen_van_woluwe.htm, 2002

Oplossingen voor kroezelhaar. Hallo, ik heb een dochter die héél veel haar heeft, en daarbij zijn het ook nog kroezels. Haar papa is zwart en ik ben blank. Het haar gewoon doorkammen duurt al 2 uur, en dat met de nodige traantjes.
http://nl.yunomi.be/artikel/oplossingen-voor-kroezelhaar-0, 2 mei 2012

Het had er de voorbije weken alle schijn van dat Lokeren een nieuwe Afrikaanse spits in zijn rangen telde. Het bleek echter te gaan om Aristide Bancé, die sinds de komst van Willy Reynders een metamorfose onderging. De 20-jarige aanvaller met het wit geverfde kroezelhaar [...] wordt nu al aangekondigd als de nieuwe Jan Koller, zijn illustere voorganger in het Waasland.
http://www.nieuwsblad.be/SportWereld/cnt/GEJC31F5, 30 januari 2005

Ze had kroezelhaar waar geen enkele borstel tegen opgewassen leek en ze loenste lichtjes.
Erwin Mortier, Sluitertijd, 2002

< >