iemand die korfbal speelt.
iemand die korfbal speelt als sport of tijdverdrijf; iemand die korfbalt.
In het meervoud, vaak voorafgegaan door een adjectief, ook in toepassing op een korfbalteam.
Voorbeelden:
In september begint de veldcompetitie. Als het buiten te slecht weer en te koud wordt, start een zaalcompetitie. Als de lente komt, gaan wij korfballers weer het veld op. Alleen in de vakantiemaanden (juli en augustus) kun je dus niet korfballen. Hoewel je dan weer wel aan beachkorfbal kan doen.
http://www.korfbal.be/download/spreekbeurt.pdf
Enerzijds loopt voor de korfballers het zaalseizoen zo'n beetje ten einde, anderzijds staat de hervatting van de veldcompetitie al weer voor de deur.
Meppeler Courant, 1994
Na enkele weken intensieve voorbereiding meten komend weekend de korfballers voor het eerst weer hun krachten in competitieverband.
Meppeler Courant, 1995
Van Liempt meent dat het ontwerp van Geert van Ooijen van NOB-design (geen korfballer en nog nooit gehoord van het Bilthovense NOVA) nauwelijks overeenstemming vertoont met het korfbal-beeldmerk.
NRC, 1993
Korfballers hebben hun spel te danken aan een onderwijzer, Nico Broekhuysen.
http://www.korfbal.be/download/spreekbeurt.pdf
Tijdens het laatste toernooi in Durban waren er 1200 spelers actief en dat is meteen het hele arsenaal aan korfballers.
Meppeler Courant, 1994