cilindervormige kachel.
kachel die de vorm heeft van een kolom; uit gietijzer of plaatijzer vervaardigde kachel in de vorm van een cilinder; cilindervormige kachel.
Historiserend nog wel gebruikt.
Voorbeelden:
Vlak naast de ingang brandde zo goed als het kon een kolomkachel, de hoekig kronkelende pijp zocht moeizaam een weg naar buiten.
Karel Jonckheere, Verbannen in het vaderland, 1978
Ik leidde Hanipha tot in het midden van het lokaal, daar stond een kolomkachel, in het bureautje van de onderwijzer vond ik een tondeldoos, ik scheurde enkele leerboekjes uit elkaar, schopte een schoolbank aan diggelen en maakte vuur.
Paul Koeck, De stoelendans, 1983
De soldaat is vrijpostig genoeg om, tot de vader thuis komt, in de leunstoel naast de kolomkachel te zitten, maar hij laat foto's van zijn vrouw en twee kleine kinderen zien, en de moeder is even ontroerd als hij.
Paul De Wispelaere, Tussen tuin en wereld, 1979