Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

koeken

betekenis & definitie

tot een koek worden.

een samenhangende, zich meestal ergens op vasthechtende massa of laag vormen; tot een koek worden.

Voorbeelden:
Ik ben daar toen in een verschrikkelijke sneeuwstorm terechtgekomen. De wind woei verschrikkelijk hard, de ijspegels koekten aan mijn gezicht, het was ongelooflijk koud, en ik zag helemaal niks meer.
Paul Desmedt, Scènes op het werk, 2000

Ik [...] probeerde met het dunne mespuntje de bladzijden van elkaar te scheiden. Ik hoorde het scheuren van papier en trok het mesje verschrikt terug. Alle bladzijden zaten muurvast aan elkaar gekoekt.
J. Bernlef, Verbroken zwijgen, 2001

< >