Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

kleine boer

betekenis & definitie

boer met een klein bedrijf.

boer met een klein bedrijf; boer die op kleine schaal aan landbouw, veeteelt of aan een combinatie van beide doet.

Voorbeelden:
De strijd tegen het water - eerst in 1944 en nog een keer bij de watersnoodramp in 1953 - en zijn nederige afkomst als zoon van een kleine boer zonder paarden, hardden zijn karakter.
NRC, 1995

Ze verkopen producten uit de Derde Wereld, waarbij de opbrengst terechtkomt bij de kleine boeren in ontwikkelingslanden en niet bij de grote koffieproducenten.
Meppeler Courant, 1994

Evenals de koffie, thee, cacao en chocolade met het Max Havelaar-keurmerk, komt de opbrengst van de bananen rechtstreeks ten goede aan de kleine boeren die zo hun arbeids- en leefomstandigheden kunnen verbeteren.
De Standaard, 1996

< >