Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

jongeman

betekenis & definitie

jongen of jonge man.

mannelijk persoon die nog als jong wordt beschouwd; jongen of jonge man.
Wordt ook gebruikt als aanspreekvorm.

Voorbeelden:
Voor de Hema aan de Utrechtse gracht staat een dakloze straatkranten te verkopen. Een jongeman, in pak, zeulend met twee grote Hema-tassen komt gehaast de winkel uit stormen. De dakloze houdt hem een krant voor. De jongeman haalt zijn horloge onder zijn mouw vandaan en begint vluchtig in zijn portemonnee te rommelen. Hij gaat met zijn vingers door het kleingeld, maar haalt uiteindelijk een briefje van tien eruit. "Dank u hartelijk! En een vrolijk sinterklaasfeest," zegt de dakloze en er verschijnt een brede glimlach op zijn gezicht.
Nederlands Dagblad, 2003

In het Comedy Café aangekomen worden wij ontvangen door een met zwaar Amsterdamse tongval behepte jongeman, getooid met verchroomde spijkers door zijn wenkbrauw en onderlip.
http://www.joops-column.nl/column5.html

Op één de bankjes rookt Keimpe Knijft (71) tevreden zijn sigaar en komt even bij van een middagje winkelen. Hij vindt het vreemd dat leeftijdgenoten overlast zouden kunnen veroorzaken. "Jongeman, van hangjongeren heb ik wel eens gehoord, maar hangouderen? Waar ziet u mij voor aan?", vraagt Keimpe Knijft zich af.
Haarlems Dagblad, 2002

Kyle is een van de jongemannen die binnenkort vertrekt. Hij is afkomstig uit een stadje in de buurt van Salt Lake City. Kyle was entoesiast toen hij het bericht kreeg met de woorden "U zal uw Heer dienen". Van zijn zendingsgebied weet hij nog niet veel.
De Standaard, 1995

De personen die bij de politie als drugsrunner bekend zijn, bestaan voornamelijk uit jongemannen beneden de 25 jaar, van Marokkaanse herkomst en woonachtig in de gemeente Rotterdam.
http://www.intraval.nl/nl/b/b12_h6.html, 2000

< >