Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

ijzelen

betekenis & definitie

ijzel vormen.

ijzel vormen.

Voorbeelden:
Op een winterse namiddag begon het plotseling te ijzelen. Binnen enkele minuten werden de wegen onbegaanbaar.
Rudolf Geel, Verleidingen, 1985

Wat het voor wegbeheerders lastig kan maken is dat op nogal wat plaatsen stroken zoab worden afgewisseld met stroken dicht asfaltbeton, waardoor de ene kilometer vaker bestrooid moet worden dan de andere. Naarmate er meer zoab is gelegd zal dat probleem afnemen. Wanneer het zoals op eerste kerstdag ijzelt kan het water in de poriën bevriezen, zodat een enkele centimeters dikke ijslaag ontstaat.
NRC, 1995

Het ijzelde en de wegen waren spiegelglad.
Renee Van Hekken, Leven op het lemmet, 1981

Buiten scheen de maan op een glinsterend wit landschap. "Het heeft gesneeuwd,' zei ik opgewonden tegen Boet. "Nee, geijzeld,' antwoordde hij. "Het heeft eerst geregend en daarover heen is de nachtvorst gekomen. Kijk maar naar de weg, die staat nog vol plassen.'
Beb Vuyk, Een broer in Brazilië, 1983

< >