Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

houtje

betekenis & definitie

stukje hout.

stukje hout of stokje van hout.

Voorbeelden:
Ik keek hoe Ernesto de houtjes in de haard aanstak.
J. Bernlef, Verbroken zwijgen, 2002

Hij knielde voor de houtkist en selecteerde wat smalle houtjes tussen de grovere blokken.
J. Bernlef, Verbroken zwijgen, 2002

Ze droeg haar haar in een knotje met een houtje erdoorheen gestoken.
Porter Shreve, De necrologieschrijver: een obsessieve zoektocht, 2001

Terug in Boston komt hij op het idee om een machine te bouwen die houten tandenstokers produceert. Helaas vinden zijn houtjes weinig aftrek.
Reformatorisch Dagblad, 2002

< >