iemand van honderd jaar.
iemand die honderd jaar oud is; persoon met de leeftijd van honderd jaar.
Ook wel metonymisch gebruikt voor een instelling of organisatie die honderd jaar oud is.
Voorbeelden:
Maar bij de antwoorden op de vraag moet je invullen dat gezondheid van de meerderheid van de honderdjarigen uitstekend is.
NRC, 1993
Dan was er nog dat verhaal van die honderdjarige in Indonesië die zijn 75-jarige vrouw vermoordde.
De Standaard, 1996
De honderdjarigen en de echtparen die hun gouden, diamanten, briljanten of platina bruiloft vieren ontvangen eveneens gelukwensen van onze Vorsten.
http://www.monarchie.be/site/nl/monarchy.html
Een medewerkster van Nij Friesmahiem ontsteekt de lichten in de kamer en de honderdjarige rijst op van haar stoel.
http://www.frieschdagblad.nl/artikel.asp?artID=15374, 5 november 2003