Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

hokjesgeest

betekenis & definitie

neiging in categorieën te denken.

neiging om te denken in categorieën, waarbij personen en zaken in hokjes worden ingedeeld en op basis van vooroordelen en veronderstellingen bepaalde (vaak negatieve) eigenschappen krijgen toegeschreven.

Voorbeelden:
Ik heb een gezonde hekel aan hokjesgeest en groepsnormen.
http://www.xs4all.nl/~savannah/

'Het punt is,' zei ik, terwijl ik een paar keer diep ademhaalde [...], 'het punt is dat hier de hele hokjesgeest niet bestaat. Zoals in Amsterdam. Zoals in heel Nederland eigenlijk. Een bar voor jongeren, een bar voor jongeren met ringetjes door hun oor, een bar voor oudere echtparen, een bar voor buschauffeurs, een bar voor driebandenbiljarters, een bar voor homo's, een bar voor homo's met een voorkeur voor fïstfucking, een bar voor ten dode opgeschreven homo's, en een bar voor homo's die van lange wandelingen door natuurgebieden houden.'
Herman Koch, Eten met Emma, 2000

De politieke inzichten die Frank Martinus Arion zijn personages meegeeft, misschien zijn die wel stuitend en schaamteloos: de Surinaamse 'revolutie' ging mis omdat de linkse intellectuelen nog de hokjesgeest bezaten die ze van de Nederlanders hadden meegekregen.
NRC, 1995

"Maar ik ben van bouwjaar 55 en absoluut niet trendy", weerspreekt Van Kampen de hokjesgeest, terwijl hij in hoog tempo de aangeboden broodjes naar binnen stouwt.
Algemeen Dagblad, 2001

< >