Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

heuvel

betekenis & definitie

lage verhevenheid in het landschap.

verhevenheid van het aardoppervlak die lager is dan een berg; lage verhevenheid in het landschap.

Voorbeelden:
Nu probeerde Bert de Jeep van zijn vader zo goed en zo kwaad als het kon van de heuvel af te krijgen.
Tom De Cock, De Openbaring, 2001

Zaterdagochtend, toen een tropische regenbui boven het kamp losbarstte, brak de hel los. De ontheemden probeerden de heuvel te verlaten en door een cordon van RPA-soldaten te breken.
NRC, 1995

Militairen die de heuvel met uitkijktoren bemannen raken zo van de kook van een Russische en twee Zuidkoreaanse televisie-ploegen, die de reis meemaken, dat het lijkt of de oorlog op uitbreken staat.
NRC, 1993

< >