Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

herfstdag

betekenis & definitie

dag in de herfst.

dag van het herfstseizoen; dag in de herfst.

Voorbeelden:
Plotseling zou de druppelachtige herfstdag opfleuren vanwege het doorbreken van de zon, waaronder nooit iets nieuws gebeurt.
Ronald Giphart, Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid, 2002

< >