neigend naar groen.
neigend naar groen; met een groene tint.
Voorbeelden:
Van dat water is me het best bijgebleven dat het kristalhelder was. Op enige afstand leek het groenachtig. En als je het vanaf mijn tantes huis zag, bij mooi weer, was het een schitterend turkoois, dan leek het meer op een enorme edelsteen midden in de heuvels.
Eilís Ní Dhuibhne, De banden van het bloed, 2001
In het blok komt veel olivijn voor, een groenachtig mineraal waarin microscopische kristalletjes van ilmeniet opgesloten zijn.
De Standaard, 1996
Achter de affiche, tegen de muur dus, had zich een groenachtige schimmel ontwikkeld.
Jo Claes, De stenen toren, 1985