inheemse hommel die zijn nest onder de grond heeft en gekenmerkt wordt door zijn zwarte kleur met twee gele dwarsbanden en een wit achterlijf.
Voorbeelden:
Bij de tuinhommel blijft de staat vrij klein met om en bij de vijftig individuen. De staten van de gewone aardhommel daarentegen kunnen tot zeshonderd inwoners tellen.
http://www.ecologischgroen.be/bib/hommmels.html, 2003