circuit waarin geruchten rondgaan.
circuit waarin geruchten en roddels de ronde doen; circuit waarin geruchten en roddels rondgaan.
Wordt meestal gebruikt met het bepaald lidwoord het ervoor en vaak in een voorzetselbepaling ingeleid door in.
Voorbeelden:
Hij riep de media op in dergelijke gevallen op zoek te gaan naar de waarheid in plaats van het geruchtencircuit te voeden.
De Standaard, 1996
In het geruchtencircuit wordt gefluisterd dat er een relatie op handen is tussen twee bekende relaties van u.
http://home.planet.nl/~andre.driessen/Nieuwe_map/intro.htm
Daum ligt al geruime tijd onder vuur nadat de trainer in het geruchtencircuit in verband werd gebracht met drugsgebruik en bezoek aan prostituees.
Sp!ts, 2000
