Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

geduw

betekenis & definitie

het voortdurend of herhaaldelijk duwen.

het voortdurend of herhaaldelijk duwen; het voortdurend of telkens weer duwen.
Heel vaak in combinatie met een ander, nevenschikkend substantief of met andere, nevenschikkende substantieven.

Voorbeelden:
Mijn moeder protesteerde, eerst nog sussend, maar allengs heftiger. 'Ach nee, laat maar... je hoeft me nu niet te duwen. Nu niet. Blijf maar gewoon achter me rijden. Of rij voor mijn part alvast vooruit. Maar geen geduw vandaag. Laat los, vooruit... los, zeg ik!'
A.F.Th. van der Heijden, De tandeloze tijd. Dl. 1: Vallende ouders, 1983

Het tweede lammetje kwam met de kop naar voren en de pootjes waren niet te zien. Met veel moeite heb ik het kopje teruggeduwd, langs het schoudertje naar de pootjes gezocht die naar voren gehaald en het kopje op de pootjes geplaatst. Daarna ging de geboorte goed. Het is een wonder dat het lammetje na al dat geduw toch gewoon weer probeert op te staan.
http://www.xs4all.nl/~groenhk/aflammeren%202004.htm

Je dikke darm loopt inderdaad langs de onderzijde van je ribbenkast, aan de zijkanten. Het gevoel dat ik heb is aanhoudend, dus geen 'schopjes' maar 'geduw'. Houdt vaak een paar dagen aan. Ik ben nog nooit zwanger geweest, dus kan het daar niet mee vergelijken. Ik hoop voor je dat het gewoon je darm is!
https://forum.viva.nl/gezondheid/drukkend-gevoel-039-beweging-039-in-buik/list_messages/234582, 3 juli 2014

< >