Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

gebak

betekenis & definitie

in de oven gebakken lekkernijen.

in de oven gebakken lekkernijen, zoals cake, taarten, pasteien en banket.
Brood wordt in de regel geen gebak genoemd, met uitzondering van sommige zoete broodjes. Zonder voorafgaand adjectief wordt met gebak vrijwel uitsluitend zoet gebak bedoeld. Men onderscheidt echter ook hartig gebak, bijvoorbeeld quiche en pizza.

Voorbeelden:
Op mijn laatste werkdag trakteerde ik op gebak.
http://www.gesprekvandedag.nl/forum/messages/10341/9787.html, 2002

Er is een ruime keuze in gebak, van slagroomtaart tot Limburgse vlaai en Belgische bonbons.
Meppeler Courant, 1995

Gebak vormt op elke kerstmarkt een geurig middelpunt. En dat blijft niet alleen bij peperkoek en amandelbrood. Elke kerstmarkt heeft zijn eigen regionale hoogtepunten. In Dresden bijvoorbeeld bakt men reeds sedert de 17de eeuw de Kerststol.
De Standaard, 1996

Een brioche is een lekker zoet brood, je mag het gerust gebak noemen.
http://members.lycos.nl/rpmi/recepten/brioche.html

Er zijn veel kinderen aan boord die glunderend de ondenkbaarste combinaties samenstellen van vlees en vis, van sausen en groenten en vooral van pudding, chocoladeschuim, ijsroom, fruit, gebak en andere ondefinieerbare zoetigheden.
De Standaard, 1996

< >