met de vorm van een ellips.
met de vorm van een ellips; de vorm van een ellips hebbend.
Voorbeelden:
Een bord met drie grote, ellipsvormige, donkerbruine boterhammen.
Harry Mulisch, De aanslag, 1983
Het was een wilde orchidee: een hommelophrys. De lip van de bloem leek inderdaad op een bruine harige hommel, met twee grijze ogen en een angel. Het insect leek op een witroze bloem te zitten [...]. Twee weken later vond ik bij het joggen opnieuw zo'n bloem [...]: dit was een bijenophrys. Zelfde familie maar ander insect, familie Orchideae, geslacht Ophrydinae, met bol- of ellipsvormige knollen.
Koen Peeters, Acacialaan, 2001
Behangpapier dat gedrenkt is in bietensap en opgedroogd in ellipsvormige patronen.
NRC, 1995
Uiteindelijk komt het pad uit op een ellipsvormig pleintje, aansluitend op de urban villa's.
http://www.homepages.hetnet.nl/~ridmrt55/Inlnew.htm