Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

eerste keeper

betekenis & definitie

keeper van het basiselftal.

keeper die (doorgaans) in het doel staat, in tegenstelling tot de tweede keeper die geen basisplaats heeft en normaliter als reservedoelman op de bank zit.

Voorbeelden:
Henk Houwaart promoveerde de Harelbeekse nieuweling Ronny Gaspercic tot eerste keeper van de Ratten.
De Standaard, 1996

Nu Charleroi in Zweden op zoek is naar een eerste keeper, nadat Frans eerder dit seizoen ook al voor negen wedstrijden de baan moest ruimen voor de Zweed Eriksson en hem (met succes) weer moest vervangen toen die werd getransfereerd, is de maat vol voor Frans.
De Standaard, 1996

Alcideaan Johan Wever stond onder de lat en ondanks de 1-0 nederlaag kweet hij zich goed van zijn taak. De ongebruikelijke eer viel hem te beurt, omdat zowel eerste keeper Jan Karst Timmerman als tweede keeper Erwin Tiemens geblesseerd raakten en stand-in Etiënne Jager zich niet helemaal fit voelde.
Meppeler Courant, 1994

< >